Beren vechten in canada.reismee.nl

Een gespleten dag

Winkelen is het niet, althans voor mij. Tijd om de splitsen, Yvonne en Tamara op goudjacht (nee, niet in de jungle met een schep en een zeef, maar gewoon in de winkels rond Paramaribo centrum) en Pauline, Ric en ik naar Cabendadorp. Het staat nergens op een kaart maar bij toeval zijn wij er vorige week doorheen gereden dus weten wij waar het ligt. Zogezegd terug naar de roots van Ric Cabenda. Eerst even naar het monument voor de vliegramp met het SLM vliegtuig. Er is een monument gemaakt aan de Lachmanstraat maar zoals gebruikelijk is het nergens aangegeven en ook het nummer is niet bekend. De Lachmanstraat is trouwens 1 van de langste straten van Paramaribo. En toch weten wij het snel te vinden, het staat op begraafplaats Rusthof. Op 4 zuilen hangen plaquettes met de namen van de slachtoffers. Die van Sonja en Aruna staan op de derde zuil. Een indrukwekkend moment, ook al omdat de geboortedata's erbij staan, 1983 voor Aruna, zo jong dus al overleden. Voor de rest is het een troosteloze bende. Het enige hokje op de plaats is met een dikke ketting afgesloten, de beheerder ligt waarschijnlijk ook 4 foot onder de grond. Wij nemen afscheid en vertrekken stilletjes.

Met een route dwars door de stad, over zandwegen en krappe bochtjes vermijden wij de file en voor wij het weten rijden wij op de Indira Gandhiweg richting Zanderij. Zoals gebruikelijk is het druk, dus op zijn Surinaams aansluiten en doorrijden, no span. Aan het eind van de weg moeten wij naar links, richting Kirra. Het is dat het geheugen nog goed is anders zaten wij al in het binnenland, verloren en zonder water. Even doorrijden en daar is het dan Cabendadorp. Wij rijden er weer een keer doorheen, na 2 kilometer einde dorp en dus weer terug. Er is zowaar 1 supermarkt. Nou ja, supermarkt..., meer een houten keet met een Cocacola bord boven de deur. Het tocht er lekker door en een likje verf kan geen kwaad (of slopen). Binnen is er wel elektriciteit, een toonbank, wat schappen en rekken en aan het eind van de keet staan twee gigantische koelkasten. De ene voor de Djogo's de andere voor de rest. De man is erg aardig maar heet geen Cabenda. Hij verwijst ons naar de kapitein, het huis ernaast.

Even een stukje doorrijden en daar staat een oude man met een machete te zwaaien. Na enig nadenken gaan wij er toch maar op af. Hij heet John Cabenda! Hij is het kleine broertje, dat zegt hij zelf, van de kapitein. Dat is zijn zus Yvonne Cabenda. John is een klein mannetje, vettig haar, schriel, een baseballpet op zijn hoofd van 30 jaar geleden, maar heeft een mes. Dus wij zijn zeer aardig. Hij blijkt dat ook te zijn. Zijn vrienden, volgens Pauline ongure types, moeten maar even wachten, John is bezig. Hij vertelt dat er hier veel Cabenda's wonen, allemaal broers, zusters, neven, oudooms, tantes, ga zo maar door. Helaas is de kapitein naar de stad, maar wij zijn van harte welkom om vanavond terug te komen om de vele verhalen van Yvonne te horen. Dat gaat niet want dan gaan de dames op dolfijnentoer, maar dat durven wij niet te zeggen. Het mes he. Telefoonnummers worden gegeven en Ric belooft om te bellen. Dan moet john toch weg, de vrienden beginnen te toeteren. Dus de deuren dicht en dan maar richting Warung bij Zanderij om wat te eten. Zien wij nu wel of niet een zwarte panter de weg oversteken? Het gaat zo snel, dat wij een zwart beest zien, lange staart, sluipend op de weg, met staart 1,5 meter lang. En reuze snel. Later proberen wij het op te zoeken, ik hou het op een een jonge zwarte panter, want andere alternatieven komen niet in de buurt (fretkat). Jammer dat het te snel ging om een foto te maken.

Het tentje bij Zanderij bestaat nog steeds en het is er niet druk. Helaas is niet alles te krijgen, een mooi menubord maar veel is er niet of nauwelijks. Uit de mogelijkheden maken wij een keuze, net op tijd want de auto's blijven komen en weldra staat de winkel geheel vol. Om dat wat toe te lichten: de winkel is een keet van 4 bij 3. Het is opgedeeld in 2 stukken, gescheiden door een hek met een loket. De keuken is aan de andere kant, wij bestellen door het loket. Bij ons is ruimte voor 3 klanten, echter zes is druk en bij acht begint achter het hek de paniek uit te breken. Koken, bestelling opnemen, afrekenen, het is allemaal wat veel. Waar is de hulp? Na wat krijzen komt er beweging onder de bananenboom en melden de hulptroepen zich. Gaat het dan beter? Welnee, maar gedeelde smart is halve smart en wij hebben toch nummertje 1. Alles komt in plastic zakken en wij kunnen gaan. Voor 5 euro hebben wij lunch voor 3.

Terug in Paramaribo blijken de vrouwen ook geslaagd te zijn. Goudwinkels zijn er volop, krijg je echter de juiste hoeveel karaat? Het is een kwestie van vertrouwen en vragen en het zijn in ieder geval mooie ringen. 

De vrouwen willen op dolfijnentocht, wij mannen zijn doller op biri dan op een kwekkende dolfijn dus blijven thuis. De taxi brengt hen naar Leonsberg waar vanaf een steiger een tentboot vertrekt. Het wordt een privé tochtje, zij drietjes met een bootsman. Bij de pier liggen wel 5 bootjes, maar er vertrekt er maar 1. Anan is in de dertig, een Javaan, en gaat er voor zorgen dat die flippers gezien worden. Hij woont zelf in Nieuw Amsterdam, 15 minuutjes varen en is dan al thuis. Maar eerst de rivier op. Het eerste kwartier was er niets te zien.  Zelfs bij de kruising van de Commewijne rivier en de Suriname rivier geen flipper te bekennen. Wel zie je een duidelijke richel in het water waar de twee rivieren elkaar kruizen. Anan besluit om naar de Suriname rivier te gaan omdat de andere te ruw is. 

Dan eerst maar omkeren om de plantage Rust en Werk te bezoeken. Even de benen strekken en over een zeer wankel bruggetje aan wal klimmen . Een gratis rondleiding van Anan volgt. De nieuwe eigenaar heeft 15 plantages naast elkaar opgekocht, de man (Armand van Alen) moet centen hebben, en is met veeteelt gestart. Alles was opgeknapt of opnieuw gebouwd, door Javanen. Een plaatje. Het is hier vochtig, het land ligt wat lager dan de zeespiegel dus hier zien wij de Hollandse dijken. Terug de rivier op, de Suriname.

Voorbij de richel, splitsing van de twee rivieren, gaan wij liggen dobberen. En dan verschijnen de dolfijnen. Ze zoeven langs de boot. Er komt nog een andere boot aanleggen. Niemand heeft haast, er wordt ook niet achter de dolfijnen aangejaagd. Lekker dobberend houden wij het fototoestel in de handen en knippen daar waar wij maar een kop of een vin zien. Ondertussen serveert Anan allerlei lekkere hapjes. het is al met al zeer gemoedelijk. Voor je het weet zijn wij een uur verder en moeten wij toch weer terug. De zon gaat langzaam onder en het wordt donkerder wat weer een prachtige zonsondergang oplevert. Mooie trip.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!