Beren vechten in canada.reismee.nl

Van beauty naar wrak - dat kan in Suriname

Vandaag de plantage tour, er zijn er twee die wij willen bezoeken beiden gelegen in Commewijne: Frederiksdorp en Marienburg.

Frederiksdorp was een koffie- en cacaoplantage.  De plantage ligt aan de oostelijke oever, stroomopwaarts naast plantage Guadeloupe en stroomafwaarts naast plantages Buitenrust en Johan Margaretha. Stichter van de 500 akkers grote plantage in 1747 was Johan Friederich Knoffel uit Pruisen.  Naar hem heette de plantage in de volksmond Knofroe. Ook de gronden van Buitenrust en het ernaast gelegen Johan Margaretha waren in zijn bezit. De laatstgenoemde plantage schonk hij aan de Luterse Kerk.  De plantage was genoemd naar hemzelf en naar de almanakheilige, op wiens naamdag hij het besluit tot de schenking genomen had. Deze plantage werd dan ook al snel Kerkigron (kerkgrond) genoemd. In  de loop der jaren in de plantage extreem verwaarloosd. Pas in 1976 kwam er een ommekeer. De plantage werd gekocht door de Nederlander Antonie (Ton) Jacobus Hagemeijer en zijn Surinaamse vrouw. Na jaren aan veeteelt en landbouw gedaan te hebben besloten de Hagemeijers omstreeks de eeuwwisseling met financiële steun van Nederland de plantage te restaureren en geschikt te maken voor toerisme. Na de restauratie werd de plantage Frederiksdorp in 2004 als eerste project buiten Paramaribo tot monument aangewezen.

Mariënburg is een voormalige suikerrietplantage, -fabriek en kampong. Mariënburg is in  1745 als suikerplantage gesticht door Maria de la Jaille. Na diverse malen van eigenaar te zijn gewisseld, werd de plantage in de 19de eeuw een koffieplantage Voor de aanvoer van het suikerriet werd een twaalf kilometer lange spoorweg aangelegd, de eerste spoorverbinding in Suriname. De eigenaar haalde Javaanse contractarbeiders uit toenmalig Nederlands-Indie.  De eerste Javanen arriveerden in1890. Op 2 juli 1902 brak onder hen een staking uit omdat de eigenaar (toen NHM) erg lage lonen betaalde. Uit Schotland afkomstige directeur James Mavor werd op 29 juli door de arbeiders achtervolgd en omgebracht. Dezelfde dag arriveerde  het Koloniale Leger op Mariënburg  sloeg de opstand neer. De suikerfabriek produceerde ook rum. De fabriek is in1986 gesloten. Het fabrieksterrein en de fabriekshallen zijn in vervallen staat.

De eerste stop is Frederiksdorp. Wij rijden naar een steiger ergens boven in de Commewijne. Daar wacht Robby. Hij heeft een tentboot die wij huren voor de overtocht. Wij zijn de enige toeristen, dus eigenlijk een kleine privé boottocht op de Commewijne. Er zwemmen hier ook dolfijnen, maar die zien wij nu niet, dat moeten wij op een ander tijdstip doen. Gezellig pruttelt de motor en na 15 minuutjes leggen wij aan bij de steiger van Frederiksdorp. Even afrekenen, 35 SRD oftewel 4 euro, for all, niet per persoon. het lijkt wel de taxi, ik zal de prijzen ook even doorgeven aan de taxichauffeurs op het Leidseplein, kunnen ze wat van leren.

Deze plantage is geheel gerestaureerd. En ook aan deze kant van de rivier lopen niet veel mensen. Alle gebouwen staan goed in de verf, de meeste staan op palen. Wij mogen in de huisjes kijken, klein en gezellig. En een prachtige waranda, dat lijkt mij heerlijk om op te zitten, eens kijken of er een plaatsje in onze tuin is. Er is een restaurant voor koffie. De mensen zijn weer zeer aardig, een praatje is zo gemaakt en de koffie smaakt goed. Dan komt de serveerster ons waarschuwen dat de historische tocht begint, welke? Toch maar aansluiten, wie weet welke wijsheid over ons uit wordt gestort. De directeurswoning is groot, ook die van de arts en de onderdirecteur. Achter op het terrein zijn vakantiehuisjes gebouwd, allemaal goed onderhouden. $45 voor de inwoners, $90  voor buitenlanders, per dag. De gids is trots, hij is 1 van de 9 locals die samen met Unesco geld het hele terrein heeft gerenoveerd. Wij krijgen uitgebreid te horen wat hij wel niet allemaal heeft moeten doen, van koken tot grasmaaien. Gemoedelijk verkennen wij het gehele terrein. 

Lunchen kan hier ook. Het is ondertussen druk geworden, maar een tafeltje is er altijd. Fernandes als drank, Javaanse kip saté. Een voedzame maaltijd met heerlijke eigen bereide pindasaus. Pauline en Yvonne willen graag weten waar dat gekocht kan worden en meteen komt de ober met twee plakken naar ons toe. Het lijkt wel heroïne, dus dat gaat zeker niet in mijn koffer mee terug. Ik zie mij al staan bij de douane. Meer iets voor Yvonne en Pauline. Tenslotte zijn zij de lekkerbekken die dit willen meenemen. Ik zie gewoon dat Tamara denkt wat ik zeg. Effe afstand nemen. Toch maar in de rugzak meenemen, dan maar straks zeer onschuldig kijken.

Bij de steiger is Robby niet te bekennen, wel Boef. Dus stappen wij in de tentboot en gaan op pad terug. In het midden van de rivier stopt hij de boot en vraagt wat wij bij rit 1 hebben betaald. Yvonne roept 30 SRD en knikkend vaart hij verder. Benieuwd wat hij had gedaan als hij het niet genoeg vond. Onderhandelen? Dan zou ik hem toch overboord moeten gooien... Zelfs bij aankomst doet hij moeilijk, wij betalen met 50, zeggen doe maar 40 en hij beweert geen wisselgeld te hebben. De sufferd laat ons het geld zien, wij zien zeker 2x5, dus wat is het probleem. Mokkend geeft hij 10 terug. Daarom maar Boef. 

Wij weten het, Surinamers lopen niet, en Marienburg is 1,5 kilometer. De auto start en voor wij het weten rijden wij door de poort. Daar wacht Japie op ons, een Javaanse arbeider die daar al 40 jaar heeft gewerkt en zeer trots op zijn baan is/was. Hij wil wel een rondleiding geven en daar trappen wij in. Geen pradootje mogelijk, de man vertelt zo hartstochtelijk over zijn werk en de fabriek dat wij het niet over ons hart kunnen verkrijgen om voortijdig af te breken. Hij brengt ons van de ene ruine naar de anderen. Opslagplaatsen, stoomfabrieken, persen, treinrails, distilleertoren, hij weet alles. En alles is werkelijk een puinhoop. Daken en balken ontbreken, overal ligt troep, alles is gesloopt, er is geen raam meer heel en daar waar een dak zat groeien nu de bomen doorheen. Geen onderhoud in 30 jaar zorgt voor chaos. Niettemin ziet Japie alleen de schoonheid, hij leeft een beetje in het verleden. Het is fantastisch om te horen hoe het allemaal was. Restaureren is onmogelijk, ik kijk altijd naar mogelijkheden maar zelfs hier haak ik af. Geen beginnen aan. Er is trouwens wel electriciteit en water van 18:00 tot 19:00 uur. Tenzij je achter aan de pijp woont, dan heb je pech, onvoldoende druk. Kommer en kwel hier en toch zijn de mensen vrolijk en gemotiveerd. 

Japie vertelt op het einde nog even dat hij verschillende brieven naar de directie heeft gestuurd met ideeën om de boel te restaureren, echter hij heeft nooit antwoord gekregen. Wel werd er na zijn brieven altijd ijzer gesloopt en verkocht, ik vraag mij af wij hier rijk van wordt. Het bedrijf is failliet, maar tot op vandaag is er nog steeds een Raad van Commissarissen die vanuit de Staat worden betaald. Vriendjes die ijzer verkopen? Nadat Japie met trots laat zien dat hij plantjes heeft geplaatst die aangeven I love Su nemen wij afscheid en rijden terug. Wat een dag.

Reacties

Reacties

Irma

Bedankt voor de geschiedenisles Lex. Ik heb deze info vorig jaar eerlijk gezegd niet zo nauwkeurig opgezocht.

Joemrati-Manichand

Ik zoek Shakuntala die toen met Anton getrouwd was of is ,
Alvast bedankt

Pauline

Hai, ik ken je niet en ook degene die je zoekt niet. De familie die verongelukt is waren vrienden van ons en Aruna was hun dochter.ik hoop dat je degene die je zoekt vindt.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!